Pipes

Wil je graag doedelzak leren spelen? Highland Valley heeft zijn eigen opleiding!

Doedelzak is al 4000 jaar oud

Is de doedelzak van oorsprong een Schots instrument? Vergeet het maar. De Great Highland Bagpipe is wel de meest bekende doedelzak, maar het instrument is vermoedelijke zo’n 2000 jaar voor Christus al ontstaan in India, Pakistan en Iran.

Doedelzakken kwamen ook voor in het oude Egypte en Turkije. Door de tochten van Alexander de Grote kwamen de instrumenten naar het westen. In de Romeinse tijd zijn ze over heel Europa verspreid. Ze maken nog steeds onderdeel uit van de cultuur in Duitsland, Schotland, Ierland, Spanje, Servië en Albanië.

Het instrument bestaat uit een leren of kunststof zak waarin een viertal instrumenten gebonden zitten. Drie hiervan dienen als drone of bourdon, oftewel continue klinkende brompijpen. Het zijn cilindrische pijpen met een enkel riet en zijn zodoende te beschouwen als klarinetten. De melodiepijp is conisch en bevat een dubbel riet en is dus verwant aan de hobo.

Speeltechnisch bestaat het probleem dat al deze pijpen samen moeten klinken en niet rechtstreeks aangeblazen worden, zodat de rieten niet met de mond te beïnvloeden zijn. De enige invloed die uit te oefenen is, is de druk waarmee in de zak geknepen wordt. Wanneer deze druk niet stabiel is, zal de toon van de verschillende pijpen gaan variëren. Een ander gevolg van het niet rechtstreeks aan blazen is dat er alleen legato (gebonden) gespeeld kan worden. Accenten door volume veranderingen en rusten zijn onmogelijk. Even een paar noten spelen is moeilijk. De zak moet namelijk eerst opgeblazen worden en de druk moet bij de eerste toon meteen goed zijn.
Ook stoppen is moeilijk. Wanneer er dan teveel lucht in de zak is, kan dit ‘gejengel’ geven.

Doedelzak leren spelen

Doedelzak spelen leer je niet bij de muziekschool, maar wel bij the Highland Valley Pipes, Drums & Dancers. De Highland Valley heeft een eigen opleiding opgezet voor (nieuwe) leden, waarbij deze les krijgen van een viertal docenten, die cursisten de fijne kneepjes van het vak bij brengt. Als nieuwe leden binnen komen krijgen ze eerst les op een practice chanter. Een soort blokfluit, maar met een compleet andere vingerzetting. Verder krijgen ze theorie: noten lezen en algemene muzikale vorming.

Zodra de cursisten een aantal nummers uit het hoofd kunnen spelen, mogen ze overstappen op de doedelzak. Dat betekent in feite weer opnieuw beginnen, want je moet dan allerlei dingen tegelijk doen: blazen, de druk goed houden, letten op de vingerzetting, de muziek uit het hoofd spelen en later ook nog het marcheren erbij.

Of doedelzakspelen moeilijk is? Het is niet iets wat je zomaar even doet. Maar dat geldt voor alle instrumenten. Het vraagt veel doorzettingsvermogen, discipline en ook fysiek moet je sterk zijn. Toch kunnen de meesten na twee jaar wel meedoen met een optreden. De talenten soms al na een jaar. Je betaalt contributie aan de vereniging en krijgt daar gratis de lessen voor terug. De eerste drie maanden zijn bovendien gratis, zodat nieuwe mensen kunnen zien of het wat voor ze is. Ook krijgen de cursisten zodra ze zover zijn eerst een oefenzak van de vereniging. Als ze echt zeker weten dat ze door willen, kan er een eigen instrument worden aangeschaft.